Eén van de personen die ik heb uitgenodigd voor het Eén vraag interview was Bas Wilschut, ontwikkelaar van GensDataPro. De vraag van het interview was: Wat heeft internet de beoefenaars van genealogie gebracht (of wat gaat het brengen)?
Bas gaf hierop het volgende antwoord:
Internet is voor genealogie een verrukking. Vergelijk het met harde wegen voor een land: alles lukt ook prima zonder harde wegen, maar het gaat zo ontzettend veel makkelijker/beter MET.
Ten eerste is de burgelijke stand nog slechts een barierre voor beginners die in een avond is overbrugd.
De DTB zal dat snel ook zijn, waarmee iedereen in vrij korte tijd de basisgegevens van zijn volledige familie tot 1650 heeft ingevoerd.Daarna kan men zich wijden aan de interessantere aspekten van genealogie: het in kaart brengen van de foto’s die men heeft, het achterhalen van recente geschiedenissen bij nog levende familieleden en (voor wie het geluk heeft zover te komen) het uitpluizen van de middeleeuwen. Bronnen van voor 1650 geven veel minder duidelijke gegevens, en daar komt de hobby van het maken van conclusies rond families pas tot zijn recht.
Zodra de archieven hun volledige collecties in duidelijke scans op internet hebben geplaatst, waarmee genealogen hun basisgegevens van sites als GenLias mee aan kunnen vullen en controleren, is genealogie helemaal een hobby waarvoor men niet meer van zijn stoel hoeft op te staan. De archieven kunnen zich dan volledig toeleggen op hun werkelijke functie: collecties archieveren (en openbaren via internet). De genealoog kan zich dan beter weiden aan het verkrijgen van inzicht in de tijd: hoe leefde men, wat speelde er, waarom gebeurde de dingen die gebeurden. Dat schept inzicht in de tijdsgeest waarvan we allemaal kunnen leren (en wellicht verkeerde stappen voortaan kunnen voorkomen). Bijvoorbeeld: een land wat zijn intellectuelen en ondernemenslustigen verjaagt, blijft daarna achter met een simpel volk, en het buurland beleeft een gouden eeuw. Het is leuk om je ineens te realiseren dat een voorvader volkomen berooid ergens neerstrijkt, daar uit niets een handel opzet, een fortuin vergaart wat door een kleinzoon weer volledig verbrast wordt aan Russische aandelen. DAT is een graadje interessanter dan alleen naampjes en jaartallen. Met zo’n verhaal draag je bij aan het de geschiedkundige overlevering van de familie.
Wat internet nooit echt zal vervangen is het op een gegeven moment uitbrengen van een boek: dat bljft een onovertroffen doel: het boek bestaat immers nog over 200 jaar, terwijl de website over 50 jaar heus verdwenen is. Het concept “papieren boek” zal overigens grotendeels verdwijnen (tot zorg van archieven) behalve voor uitgaven die het waard zijn een boek te zijn, en die noodzakelijkerwijs tijdloos moeten worden gepubliceerd.
Wel vind ik vreemd en zorgelijk hoe op forums soms ongehoord onzorgvuldig (eigenlijk: grof) met elkaar wordt gecommuniceerd. Men staat er nog niet bij stil dat snedige opmerkingen over verkeerde vragen of antwoorden nog jaren blijven staan. Er wordt hier en daar wat teveel gescholden en gemopperd op de forums. Men uit zich in die forums zoals men op straat ook wel eens wat impulsief reageert op dingen. Maar op die forums blijven die uitingen nog erg lang staan.
De heerlijke discussies over betrouwbaarheid van internetgegevens: natuurlijk is alles wat je van internet haalt onbetrouwbaar. Maar (voor uw eigen bestwil) u houdt natuurlijk zorgvuldig bij waar u de gegevens vandaan haalt. En het publiceren van een gegeven, met vermelding van de bron (een website) zet niemand op het verkeerde been: iedereen die het gegeven leest en overneemt WEET immers dat het onbetrouwbaar is, gezien de bron. Maar toch kan zo’n onbetrouwbaar gegeven een heel goede hint zijn voor verder onderzoek. Dus aan iedereen: haal vooral van internet wat u kunt gebruiken, maar vermeld in eventuele publikaties altijd de bron. En in een uiteindelijk boek is natuurlijk wel de bedoeling dat alle websitebronnen keurig zijn nageplozen en gecontroleerd aan de hand van scans van de originelen, of andere betrouwbare bronnen.
Bas Wilschut