Eén van de personen die ik heb uitgenodigd voor het Eén vraag interview was Gijs Hesselink, zijn persoonlijke weblog is GIJS’geneaLOG. De vraag van het interview was: Wat heeft internet de beoefenaars van genealogie gebracht (of wat gaat het brengen)?
Gijs gaf hierop het volgende antwoord:
En God schiep de genealogen, man en vrouw schiep hij hen. En de genealogen zorgden voor nageslacht (zij waren immers man en vrouw?) en toen wilden alle genealogen weten, waar zij vandaan kwamen, omdat het zo moeilijk was om uit te vinden, waar ze naartoe gingen. De genealogen wilden vooral weten, waarom ze waren, zoals ze waren en ze keken daarbij ook naar hun voorgeslacht. Alles werd hen nauwkeurig mondeling overgeleverd en soms was er ook wel eens iemand, die iets opschreef. En het was avond geweest en het was morgen geweest, en het ging zo maar door en door. Maar het werd steeds ingewikkelder, de genealogen huwden niet-genealogen en ze raakten het genealogische spoor bijster. De geschiedenis werd langer en vager. Hier wist iemand wel iets, en daar een ander, maar ze wisten niets van elkaar. Ze schreven op wat ze wisten, speurden in plaatselijke archieven, correspondeerden erop los en hielden hun gegevens nauwkeurig bij. Toen ontdekten ze de computer en het nut daarvan om het allemaal overzichtelijk te houden. Vervolgens kwam de GROTE DOORBRAAK: de genealogen gingen hun computers met elkaar verbinden en iedereen uit de hele wereld kon daaraan meedoen. Zo bleek, dat ze samen eigenlijk een heleboel wisten en ze konden elkaars gegevens ook nog controleren en corrigeren. Ze trokken conclusies en kwamen samen tot nieuwe genealogische vondsten, die weer tot nieuwe vraagstukken leidden. Want ze wilden weten: wie is de vader en wie is de moeder? Ze probeerden het samen op te lossen. Om die ene vraag te kunnen beantwoorden: “Wie ben ik?” En de genealogen leefden weliswaar niet langer, maar wel gelukkiger.
Gijs Hesselink